Weet je het weer, logeren bij jouw opa die zomer in aalsmeer
We waren twaalf jaar ik was twaalf, jij elf nog maar
Ik was rijper dat is waar en dat bleek ook zonneklaar
Op de zolder van jouw opa in aalsmeer
Het begin van een lange ontdekkingsreis
Het leek wel het eindpunt, het paradijs
Samen in de stee, jij kon mijn truck en deelde mij dat mee
Na eindeloos gewroed riep jij help ik word niet goed
Er is vast iets met mijn bloed toen zei jij ach man dat moet
En je lachtte en ik lachte toen ook mee
En dan die keer was dat niet bij jouw tante mijn tante in opmeer
Ik vroeg op bange toon zeg vindt god dit wel gewoon
En ik zei doodgewoon hij heeft zelf toch ook een zoon
Elke heer was vroeger zelf een jonge heer
Het begin van een lange ontdekkingsreis
Het leek wel het eindpunt, het paradijs
Dat was een mop toen oom zei dat is aardig oe trekt veel samen op
Jij werd rood als een biet ja zeg kom nou jij dan niet
Want we voelden ons bespied, maar oom zei slechts ja je ziet
Buitenlucht kleurt stadse wangen altijd op
Het begin van een lange ontdekkingsreis
Het leek wel het eindpunt, het paradijs
Oud vossemeer, nee middenmeer was anders meteen de laatste keer
Geen confortabel bed, oud matras op het karpet
Het was spannend tot en met, maar d'r kwam geen eerste zet
Jij wou praten, ja zeg mocht dat eens een keer
Het begin van een lange ontdekkingsreis het leek wel het eindpunt
Samen op de grond, verstijfd lagen we daar
D'r zat een barst in het plafon, veroerde nog geen vin
Ik zocht naar een begin, een goeie eerste zin ik hield mijn adem in
Ik was blij toen ik de juiste woorden vond
Jan, joris zou annette erg boos zijn als ik haar kuste welterusten