Moeder en dochter die kwamen gelopen
Vlug naar de tram toe, het was op lijn twee
En conducteur, misschien nog twee plaatjes
Maar het conducteurtje dat schudde van nee
Een aardig jong mens van egard zijn ontstending
Bood toen zijn plaats aan de oudste der twee
Pakte een lus en weet u wat hij heel zacht
Tot het aardige dochtertje zee
refr.:
Meisje met je mooie mondje
Moet je met je ma'tje mee
Lieve Lientje laat je leiden
Langs het lusje van lijn twee
Hij vond dat tramritje niet zo onaardig
Want alle lussen die waren bezet
Aan hetzelfde lusje lusten dus beiden
Een lust voor het oog en vol lustige pret
Het was dar twei zehlen und eine gedanke
Twee handen, een lusje, een hij en een zij
Denk om de bocht werd dikwijls geroepen
Maar hij hoorde niets want hij neuriede blij
refr.
Moeder stond op met een vriendelijke knikje
Dochter liet los en toen gingen zij heen
Daarmee verloor lijn twee haar bekoring
Want het is geen plezier om te lussen alleen
Hij vond haar weer en was eerst wat verlegen
Doch zij herkende haar ridder der lus
Weer klonk zijn goede raad in haar oren
En zij zong bij het wisselen d'r eerste kus
refr.
Eindelijk was dan de trouwdag gekomen
Beiden met vurige liefde bezield
Lagen ze daar vervuld van illusies
Plechtig tesaam voor het altaar geknield
Toen kwam een preek over leven en liefde
Het orgel dat speelde met plechtig geluid
Het Lohengrin-bruidskoor
Maar hij hoorde zachtjes
Toen hij heel stiekumpjes keek naar zijn bruid
refr.(2x)