Vaak naar zijn moeders borst
De baby krijst met dorst
En zwijgt dan bij het drinken
Vaak naar des dichters werk
Verlangt de mens zeer sterk
Om in schoonheid te verzinken
Bestaan op hoge zee
Valt voor de mens niet mee
Zijn zog bestaat uit droesem
De dichter als een vriend
Die medemensen dient
Maakt van die zee een boezem