Waarom denk ik niet vaker aan mijn vader
Hij heeft me vroeger toch verwekt
Zijn handen naar me uitgestrekt
En jaar na jaar komt hij mij nader
Waarom denk ik niet vaker aan mijn vader
Ik denk vaak aan Belgisch bier als ik vergader
En ook aan voetbal denk ik vaak
Dat ik een prachtig doelpunt maak
En dat de bio-industrie geplaatst moet worden
In een breed, maatschappelijk kader
Maar waarom niet vaker aan mijn vader
Waarom denk ik niet vaker aan mijn vader
Hij heeft me vroeger overhoord
Geruggensteund en aangespoord
Van alles wat ik ben is hij de halve dader
Waarom denk ik niet vaker
Waarom denk ik niet vaker
Waarom denk ik niet vaker aan mijn vader