wonen in een huis voor verworpenen der aarde
slapen in een kooi voor vogelvrijverklaarden
in een geluidloos niemandsland, waar al wat leeft is platgebrand
zonder zon, zonder maan, zonder verleden, zonder naam
nergens naartoe, nergens vandaan
na duizend uren pijn en na honderdduizend tranen
bevroren in een ijswoestijn en verbrand in de vulkanen
in Atlantis opgelost en in Nacza weer verlost
zonder te hebben bestaan, zonder verleden, zonder naam
nergens naartoe, nergens vandaan
vaarwel, mijn lieve schat, kom behouden terug mijn arme schat
waar ter wereld jij ook bent, jij draagt mijn laatste testament
jij baart me straks een zoon, waar ter wereld ik ook woon
over bergen van kristal, over zeeën van smaragden
tot in het zilveren heelal blijf ik altijd op je wachten
tot de toekomst is beslist, tot het lot over ons is betwist
tot wij uit stof zijn opgestaan, met een verleden, met een naam
ergens naartoe, ergens vandaan
© 1987 tekst: Kris de Bruyne / muziek: Kris de Bruyne – Chris Peeters – Jan Hulsens