Des morgens om tien uren
Zit ik door het raam te turen
Daar nadert uit de verte in mijn straatje
Een juffrouw met wat kleuter
U weet wel, van die peuters
Als van een schattig kinderkamertplaatje
Dan ren ik met drie treden
De trap af naar beneden
Want oh die juffrouw wordt door mij aanbeden
En ik vraag: juffrouw toe wees niet flauw
Maar zeg mij gauw waarom
Mag ik niet mee zo'n blokje om
refr.:
Zeg kleine schooljuffrouw
Wat stap je als een pauw
Zo met je klasje
In het pas
Naar die school van jou
Zeg waarom doe je mij niet een keer een pleziertje
En neem ook mij eens met je mee in het vrijkwartiertje
M'n kleine schooljuffrouw
He toe beslis nu gauw
Opdat ik vertel en voor je spel
Hoe ik van je hou
Ik ken mijn les
Het wordt een succes
Neem mij gerust maar onder het mes
Ik krijg een tien
Dat zul je zien
En jou tot vrouw
Eerst deed ze wat verlegen
Maar ik heb mijn tien gekregen
En alles op het stadhuis in het net geschreven
In plaats van het kleuterklasje
Loop ik nu in het pasje
En nu regeert ze mij haar verdere leven
Tracht ik haar te bekoren
Dan lispelt ze in mijn oren
Nog een zoen
En je gaat een bank naar voren
Maar die laatste kus
Was maar twee plus
Een betere kus
Hij komt
Dan gaan we nog een blokje om
refr.
(Zmigrod/Vincent)