Schoon, zo schoon, ongelooflijk schoon. X2
Voor mij zedde gij schoon, voor mij zedde gij schoon, voor mij zedde gij ongelooflijk schoon. X2
Voor mij zedde gij schoon, voor mij zedde gij schoon, voor mij zedde gij ongelooflijk schoon. X2
Gij zè zo schoon, zo schoon, gij zè zo ongelooflijk schoon. Gij zè zo schoon, zo schoon, gij zè ongelooflijk schoon. X2
Gij zè zo schoon. Gij zè zo schoon. Gij zè zo schoon. Gij zè zo schoon.