De trein glijdt spoorslags door de groene weiden
Als een geslepen broodmes door de zoete koek
Ik ben op weg van Amsterdam naar Leiden
Ik reis tweede klas en ik lees een boek
Ik lees niet echt het is meer een ‘pogen’
Door het schokken en de herrie van de trein
Dansen de bladzijden met letters voor mijn ogen
Die tranen en mijn hoofd doet pijn
De titel nog nauwelijks onderscheiden
Heb ik toch al een behoorlijk stijve nek
Als ik verstandig was, dan legde ik het boek terzijde
Dat doe ik niet, ‘k ben bang voor een gesprek
Ik lees ondanks de veel te luide stemmen
Ondanks de zware koffers in ’t bagage rek
En als de trein bij een onveilig sein moet remmen
Dan krijg ik de zwaarste koffer in mijn nek
De eigenaar vraagt of ik mij bezeerd heb
Dat heb ik, maar ik schud desondanks van nee
Ik voel me of ik met een beer gecopuleerd heb
En ik wankel door het gangpad naar de plee
Daar hoef je voor niemand bang te wezen
Daar mag je doen en laten wat je wil
Ik wil niet veel, alleen maar lezen
Dan zijn we in Haarlem en de trein staat stil…
Je mag de plee niet op ’t station gebruiken
Gehoorzaam verlaat ik het toilet
Ik neem me voor ondanks de pech weer in mijn boek te duiken
Als mijn plaats door een soort pooier is bezet
Als ik alleen mijn jas nog maar wil pakken
Dan springt hij op, bereid tot een gevecht
Mijn handen zakken automatisch naar mijn zakken:
Mijn geld en mijn spoorkaartje zijn weg
Al eens eerder uit de trein getreiterd
Ren ik, rap als aan de racekak, naar ’t toilet
Maar de trein zit kennelijk vol met schijters
Want op allebei de deuren staat: bezet
Ik doe ’t haast in mijn broek, begin te huilen
Het zweet breekt uit, ik krijg een vuur als kleur
Ik probeer mij in mijn boekje te verschuilen
Want ik hoor de kniptang van de conducteur
Vlak voor ik krankzinnig ben geworden
En midden in een angstig schietgebed
Ziet de conducteur mij met het boek en zegt: “In orde”,
Hij glimlacht - tikt twee vingers aan de pet
Als ik tenslotte arriveer in Leiden
Dan weet ik mij gered door ’t boek en denk:
“Ook nog een gesprek kunnen vermijden,
heerlijk zo’n boekenweek geschenk”