Opa kijk, ik vond op zolder
Een foto van een ouwe boot
Hij is olie aan het lozen
En hij heet 'De Olienood'
Oh, jochie, dat is een gelukkie
Ik was dat prentje jaren kwijt
Iedereen was toen aan het dumpe
Dat mocht toen van de overheid
De nieuwe haring is niet te eten
Ze smaken naar benzeen en hebben jicht
Ook de makrelen, de schol en paling
Zijn radio-actief; ze geven licht
En op het strand, bij je tuin
Ligt het stinkende schuim
De vuile zee is haast donkerbruin
Als je gaat zwemmen
Koop dan geen zwembroek
Maar huur een oliepak
Bij Huis-ter-duin
Uche uche... Nog een sigaartje, opa
Kijk, die jongeman, ben ikke
Ja, ik was de kapitein (hihihi)
Sjongejonge wat hebben we toen gezopen
Ik was soms meer een kastelein
Opa en die blonde jongen
Die daar in het water ligt
Opa, zeg dan wat
Dat is de scheepskok
Die hadden we net een week op zicht
En ook de meeuwen hebben een kater
Nee, niet van alcohol, maar van styreen
En ik zag laatst nog een ouwe walvis
Die gaf geen levertraan, maar LPG
En op het strand, telkens weer
Trap je in de plakken teer
Ongestraft loost men daar keer op keer
Ach, lieve mensen, stop die vervuiling
Maak van uw Nederland geen vuilnishoop
Zeg opa, wat is dat voor een rare kraai
Dat ben een zeemeeuw, jongen
Neej opa, zeemeeuwen zijn wit
Jaaa, dat weet ik, maar deze komt net uit het water
Ooooooh
Au, me poot, we heb die verroeste vaten nou hier neergegooid
Kijk opa, d'r staat 'Lekkerkerk' op
Ja jongen, ze moeten toch ergens de vuiligheid kwijt
Gooi het maar in zee allemaal...
Het is maar goed dat we in het ziekenfonds zitten, he Opa
Ja, jongen, wat vroeger was 't met de haringkuiperijen en met de sociale
verzekering nog en eeh hup bij de ouwehand d'r in d'r uigooien...