refr.:
Dagen, nachten draait zij aan 't spinnewiel
Draait maar, draait maar rond 't wiel
Maar als de zon dan eens voor haar venster lacht
Dan denkt ze aan een lang vervlogen tijd
En dan is het of ze even aan de zomer dacht
Aan de zomer van een lang vervlogen tijd
Haar ogen zijn nog lachend blauw
De handen diep doorgroefd
Heeft deze kleine oude vrouw
De liefde eens geproefd
refr.
Zij is ook eens jong en knap, verliefd, vol levenslust geweest
Er waren zoveel mannen op een rij
Ze draaiden om haar heen, het leven was een feest
Maar dat is al lang geweest, al lang voorbij
Nu draai ik aan 't minnewiel
En zie de vrouw aan 't spinnewiel
Zal er na jaren draaien
De liefde toch verwaaien
refr.
Dat wiel, dat wiel, dat spinnewiel