‘t is van een mooi,mooi meisje geprezen
Ze vrijde met,met ene matroos
Hun liefde werd, werd er geprezen
Ze minden elkaar, elkaar voor altoos
Maar toen haar vader dat hoor de
Ja dat zijne dochter vrijt
Hij heeft haar vaste genomen
En op haar kamer geleid
Maar als de ma-, matroze dat hoorde
Dat zijne teer, teer beminde zat vast
Hij heeft een lere, lere genomen
En hij heeft ze daar, daarvan ontlast
En als haar vader ontwaakte
En dat hij die lere zag staan
Hij riep tot god de vader
Mijn dochter is weg gegaan
Hij schreef er dan brieven, brieven op brieven
Ja door heel ons, ons Belgenland
Dat er twee zoete lieven, zoete lieven
En ze waren naar Eng-, Engeland
Maar twee drie maanden na deze
Ja dat zij er keerden weerom
Heel de stad was er in vreugde