Duister was de dag waarop ik mijn zwaard smeede.
De lucht was bewolkt en de wolven huilde.
Met hamer en staal ging ik te werk.
Mijn zwaard als middel voor diegenen te doden die het verdiend hebben.
Noem me maar judas noem me maar een onmens,
wie weet ben ik bezeten maar ik blijf wat ik ben een man.
Het lijkt wel of het zwaard in de diepste kraters van de hell is gesmeed.
Vol haat en miserie, lijden en wraak.
's Avonds in het duister nestel ik me op mijn paard.
We rijden naar glorie of de dood in.
Tijd zal het ons wel zeggen.
Misschien is het de duivel in mij,
Misschien ben ik wel de duivel.
zeshonderdzessenzestig manieren om te bedenken waarom haat naar je toekeert.
Bij ochtenstond geniet ik van de afgeslachte vijanden die ik door middel van het zwaard heb gedood.
Ik ben niet de sterkste,het zwaard geeft me de kracht
De kracht van het zwaard, is de kracht van de ziel.