Geeerde, geachte dames en heren
U, die mij dankbaar uw aandacht weer schenkt
Kan nu uw hart, uw geweten beweren
Dat mijn hersens zijn gekrenkt
Dat mijn hersens zijn gekrenkt
Ik heb steeds getracht om eerlijk te zijn
Eerbiedig gehuldigd 'het mijn en het dijn!'
Dat eerlijk te wezen, dat was mijn gebrek
Dat riepen er velen: "Die man, die is gek"
Dat riepen er velen: "Die man, och die is gek!"
Blijf niet de vreemde ten hoogste verwonderd
Lachend of wenend, verbijsterd staan
Wijl men immer nog in het negentiende jaarhonderd
Bespottelijk de weesjes gekleed laat gaan
Bespottelijk de weesjes gekleed laat gaan
Die vloekende kleuren, dat rood en dat zwart
Dat half om half, dat breekt hun het hart
Ging ik zo gekleed en met een helder brein..
Ik geloof dat ik gauw in Medemblik zou zijn
Ik geloof dat ik gauw in Medemblik zou zijn
Ik weet dat ik had daar zoeven 'n heel klein foutje
Dan: Elke gek toch heeft z'n gebrek
En daarom nu alle gekheid op... geen houtje
Wijl het mij tot voordeel strekt
Wijl het mij tot voordeel strekt
Immers: Het voorrecht hier voor u te staan
Daar hecht ik, trots alles, de meeste waarde aan
Want vader Cats die zegt: "Het is een heel wijs man
Die onder de geleerden voor gek goed spelen kan
Die onder de geleerden voor gek goed spelen kan!"