Dikke Dinges was verscheiden
In z'n Heer en lit-jumeau
De professor kwam en zeide:
"Sjongejong!" en liet het zo
Doodkist werd besteld, gemeten
Afgebiesd met plint en lat
Die, met zillever besmeten
Krap, fataal en poenig zat
Zeven bidders wiegewankten
In hun grafgezantenvlijt
Met de kostbaar ingeplankte
Vieze dikke dooiigheid
Van de traphal naar de wagen
Van de wagen naar het graf
Trapten in plechtstatig dragen
Voormans hak en hielen af
Heel de Dingespermitasie
Vormde om de kuil een O
Dominee hield predikasie
Over Christenheil en zo
Over dood en over leven
Zo kortstondig als het gras
Snuitend treurden nicht en neven
Om de duur van het gewas
Hier ligt in z'n Heer ontslapen
Ogen toe en zonder weet
De zeer gristelijk rechtschapen
Makelaar in kinderleed
Speculant in drank en krotten
Grof geschut en mensenwee
God z'n ziel! Het graf z'n botten
Dikke Dinges R.I.P.