De kastelein schenkt nog wat in,
het is de hoogste tijd,
de laatste wordt getapt,
uit de hoek,
de bonnen liggen klaar,
ach mag ik vanavond poffen,
betaal jij morgen maar.
Het is tijd, de hoogste tijd,
dag mevrouw en dag meneer,
u komt hier toch weer.
Er wordt aan de bel getrokken,
de laatste is van mij,
dan gaan we snel naar huis,
wie denkt er aan mij,
ik heb toch ook in huis.
Aan de tafel in de hoek,
daar zit in man alleen,
en staart voor zich uit,
straks wordt hij weer snel vergeten,
hij denkt waar kan ik heen,
ik heb geen rooie duit.
Het is tijd, de hoogte tijd,
u wordt bedankt voor weer in avond gezelligheid,
dag mevrouw en dag meneer,
u komt hier toch weer.
De kelner roept kom op nou mensen,
it is de hoogste tijd,
ook ik heb in gezin,
want zij weet hoe laat we sluiten,
kom ik thuis te laat,
mag ik er niet meer in.
Nog in mop en even lachen, dan is het voorbij,
de zaak die is nu leeg,
lege flessen en wat pindas liggen op de grond,
de juke-box die plots zweeg.
Het is tijd, de hoogste tijd,
u wordt bedankt voor weer in avond gezelligheid,
dag mevrouw en dag meneer,
u kom hier toch weer.
Het is tijd, de hoogste tijd,
u wordt bedankt voor weer in avond gezelligheid,
dag mevrouw en dag meneer,
u kom hier toch weer.