Annelies was nog maar zeven jaren jong
Toen haar oma naar de hemel werd gehaald
Moeder zat te huilen in de kamer
Het kind voelde zich livhtelijk verdwaald
Kroop toen bij haar moeder in de armen
Gaf haar toen een kusje op haar kin
Sprak toen tot haar moeder deze woorden
En haar moeder vond veel troost daar in
refr.:
Mama, is het ver naar de hemel
Kun je daar ook op visite gaan
Mama, is het ver naar de hemel
En zal oma daar ook ons te wachten staan
Annelies werd zelf een lieve moeder
Met een dochter die veel op haar leek
Toen haar eigen moeder werd geroepen
Was het dat ze naar haar dochter keek
De geschiedenis zou zich herhalen
Toen haar dochter in haar armen kroop
En zij: hoe ver is het naar de hemel?
Haal ik het vandaag nog als ik loop
refr.
En zal oma daar ook ons te wachten staan
(Rootveld)