De winter was zo nat en koud, alleen zijn was ik zat
Ik wou door 't leven zonder jou niet verder gaan
De eerste zoele lentelucht ontlokte mij een diepe zucht
Voorzichtig ging m'n hart wat sneller slaan
En op de eerste zomerdag gebeurde 't als bij toverslag
Ik zag jou opeens voor me staan
Nooit is een zomer zo heerlijk geweest
Elke dag was steeds weer een feest
refr.:
De zomer is voorbij, maar ons is gebleven geluk voor het leven
De zomer is voorbij, maar nooit meer de liefde voor jou en mij
De winter brengt door sneeuw en ijs ons geen moment meer van de wijs
In onze harten schijnt de zomerzon
Die ons geluk bepalen kan want zij is onze talisman
Die zorgde dat de liefde overwon
Die zon mag nooit meer ondergaan, ze moet aan onze hemel staan
Dan blijft het zoals het begon
Nooit is het leven zo heerlijk geweest
Elke dag is steeds weer een feest
refr.