's Winters op de brommer van ons dorpje naar de stad
Mijn handen baluw, mijn tenen stijf, verkleumd en kleddernat
De reis nar school was lang en zwaar en de sneeuwstorm trok aan
Maa rik redde 't wel wanneer ik de vijf schoorstenen zag staan
Eerst ver en vaag links van de weg verscholen achter het land
En dan ineens gigantisch groot weer aan de rechterkant
Het waren net vijf vingers en reed ik er voorbij
Dan was het net of heel de stad moi tegen me zei
Vijf schoorstenen, vijf pijpen in een landschap kaal en plat
Robuust en sterk in weer en wind, een baken voor de stad
Niet mooi maar typisch gronings, een beetje stug en stijf
Vandaar dat ik ze mis nu ze verdwenen zijn, de vijf
Een verre knal, een wolk van stof en met een kalm gebaar
Zakten de vijf pijpen verschrikkelijk langzaam in elkaar
Als niemand van vesting op zijn brommertje naar school toe rijd
Dan heef tie wel de sneeuwstorm, maar zijn baken dat is ie kwijt
Het waren net vijf vingers en reed ik er voorbij
Dan was het net of heel de stad moi tegen me zei