Oma had laatst wat port gedronken
En zei loslippig: "Lieve kind
Nu lijk ik koel, bedaagd, bezonken
Maar vroeger heb ik warm bemind!"
refr.:
Ik had mooie benen
Een perzikkenhuid
't Is alles verdwenen
Mijn spel is nu uit!
"Wat oma? Was u dan niet netjes?"
"Nee kind'ren, al met vijftien jaar
Hield ik van zachte liefdespretjes
En stonden minnaars voor mij klaar"
refr.
"Had u met vijftien al een minnaar?"
"Nee kind'ren nee, ik had er twee
Een van die twee werd overwinnaar
Maar ach, daar won hij weinig mee"
refr.
"Twee minnaars gingen om u vechten
En wat deed u toen, grootmama?"
"Ik liet een derde 't pleit beslechten
En dat was jullie grootpapa!"
refr.
"Wist opa van dat hele rijtje?"
"Nee, officieel wist hij het niet
Maar je herkent een gebroken eitje
Als je in de schaal de barsten ziet!"
refr.
"En bent u opa trouw gebleven?"
"Sst kind'ren, zwijgen kan nooit kwaad
Daarover heb ik heel mijn leven
Zelfs in de biechtstoel niet gepraat"
refr.
"Opa ging dood bleef u toen treuren?"
"Nee, want ik was nog heel charmant:
Al toonde 't kerkportaal dan scheuren
'k Heb er nog menig kaars gebrand"
refr.
"Wat moeten wij doen, lieve oma?"
"Leef beste kind'ren, met veel schik!
Ik deed precies zoals mijn oma
Doen jullie dus maar zoals ik!"
refr.