De pleinen van m'n stad liggen stil en lauw
De straten slapen vannacht op straat
De honden zijn oud en de kinderen moe
En de maan wordt een kille soldaat
De winkels zijn toe op de pleinen van m'n stad
De mensen zijn weg, de kerken loom
De vleermuizen zoeken hun diepe gang
En de ramen vergeten hun glazen droom
De straten van m'n stad worden groot en ijl
De huizen wonen voortaan alleen
De mensen zijn droef maar ze wonen te wijd
En ze hebben geen mens om zich heen
De lampen zijn uit in de straten van m'n stad
De deuren zijn toe, de nacht is koud
De mensen beslapen hun vorige dag
En ze hebben geen mens die van hen houdt