Ik weet een heerlijk plekje grond
Daar waar die molen staat
Waar ik mijn allerliefste vond
Waarvoor mijn harte slaat
Ik sprak haar voor de eerste keer
Aan de oever van de vliet
En sinds die tijd kom ik daar meer
Die plek vergeet ik niet
refr.:
Daar bij die molen
Die mooie molen
Daar woont het meisje
Waar ik zoveel van hou
Daar bij die molen
Die mooie molen
Daar wil ik wonen
Als zij eens wordt mijn vrouw
Als in de stille avondstond
De zon ten onder ging
En ik haar bij de molen vond
In zoete mijmering
Fluisterde zij mij in het oor
O! heerlijk saam te zijn
De molen draaide lustig door
En ik zei
Liefste mijn
refr.
Ik zie de molen al versierd
Ter eer van 't jonge paar
Het hele dorp dat juicht en tiert
Zij leven menig jaar
En zie ik trots de molen staan
Dan zweer ik in die stond
Nooit ga ik van die plek vandaan
Waar ik mijn vrouwtje vond
refr.