Toen ik een uurtje oud was, kreeg ik van de zuster
Een fopspeen in m'n mond, maar ik was niet blij
Ze bleef proberen en ik bleef maar janken
En dacht: "Lazer op mens, da's toch niks voor mij"
En op de kleuterschool, daar zong de juffrouw liedjes
Van "Kortjakje", en "De handjes in de zij"
Maar ik had het na een dag al wel bekeken
En zei: "Lazer op mens, da's toch niks voor mij"
Op de MAVO kreeg ik dagelijks te horen
Wie Rembrandt was, en van z'n schilderij
En hoe Napoleon en Plato zijn gestorven
Maar ik dacht: "Lazer op man, da's toch niks voor mij"
In het leger zouden zij mij wel eens leren
Wat discipline is, en slapen op de hei
De sergeant riep: "Geef acht, kruip daar door de modder"
En ik zei: "Lazer op man, da's toch niks voor mij"
Ik zag haar zitten in de kroeg op vrijdagavond
Een wilde boerendochter uit de klei
Ze zei: "Kom op mien jong, dan gaan we samen trouwen"
Maar ik zei: "Lazer op mens, da's toch niks voor mij"
Nou ben ik gisteren helaas plots overleden
Ik bleef in een lekker bordje rijstebrij
De ouwe Petrus sprak: "Rechtsaf jij, naar de hel toe"
Ik zei: "Lazer op man, da's toch niks voor mij"