Hij was klein en hij was mager en zijn boord zat veel te ruim
Z'n pak was uit de mode, om z'n mond zat nog wat kruim
Van zijn twaalfuurtje wat ie opat op kantoor
Met een koppie koffie tussen het cijfers tellen door
Meneertje Pils, meneertje Pils
Meneertje Pils zou zo graag 's avonds pilzen drinken in de kroeg
Meneertje Pils, meneertje Pils
Zou ook wel gaan als zijn vrouw hem maar niet sloeg
Die vrouw was groot en dik en had altijd een grote bek
Dan kroop hij in zijn schulp, dat was de allerbeste plek
Om zich te verbergen voor het echtelijk geweld
En wie hem dan zo zag zei: 't is beroerd met Pils gesteld
Meneertje Pils, meneertje Pils
Meneertje Pils zou zo graag 's avonds pilzen drinken in de kroeg
Meneertje Pils, meneertje Pils
Zou ook wel gaan als zijn vrouw hem maar niet sloeg
Maar toen brak op een dag voor hem de zon door, want hij won
De hoofdprijs in de Lotto, dat was twee en een halve ton
Hij was zo bijdehand dat ie er niemand wat van zei
Want als eenmaal zijn vrouw het wist, was hij die centen kwijt
Meneertje Pils, meneertje Pils
Meneertje Pils zou zo graag 's avonds pilzen drinken in de kroeg
Meneertje Pils, meneertje Pils
Zou ook wel gaan als zijn vrouw hem maar niet sloeg
Nu drinkt ie alle dagen, maar hij doet net of hij werkt
Om zes uur is hij thuis en er is niemand die het merkt
s Avonds zit hij glimmend Bij zijn lauwe koppie thee
Zijn vrouw speelt nog de baas, maar doet al heel lang niet meer mee
Meneertje Pils, meneertje Pils
Meneertje Pils zou zo graag 's avonds pilzen drinken in de kroeg
Meneertje Pils, meneertje Pils
Zou ook wel gaan als zijn vrouw hem maar niet sloeg
Zou ook wel gaan als zijn vrouw hem maar niet sloeg
Zou ook wel gaan als zijn vrouw hem maar niet sloeg