De beiaardier van onze stad
heeft kennis met een meisje.
En nu speelt hij haast ied're dag
voor haar een liefde wijsje.
Op de beiaard van onze toren
klinkt een lied, een vreugdelied.
Al van verre kan men het horen
onze beiaardier die is verliefd.
Hij laat de klokken klinken dat het galmt
over de stad.
Hij voelt zich zo gelukkig,
daar beneden woont zijn schat.
Op de beiaard van onze toren
klinkt een lied, een vreugdelied.
Als hij een serenade brengt
kan iederen het horen
maar niemand is daar door gekrenkt,
zelfs niet de oude toren.
(c) Tekst : Bob Davidse / George Pelter
Muziek : Francis Bay