refr.:
Hij was een smokkelaar
Die diep in de nacht
Steeds weer zijn smokkelwaar
De grens over bracht
Klein was het smokkelloon
En groot het gevaar
Zo is het leven van een smokkelaar
Een jonge blonde grenskomisch
Deed trouw zijn plicht als mens
Straks trouwde hij met Annelies
De liefste van de grens
Toch was er nog een groot bezwaar
Hij heeft het nooit ontkend
Haar vader stond al jarenlang
Als smokkelaar bekend
refr.
En op een bange winternacht
Is het opeens geschied
Hij zag een bende smokkelaars
En riep: halt of ik schiet
Een smokkelaar sloeg op de vlucht
Hij schoot en wat was dat
Zwaar gewond lag op de grond
De vader van zijn schat
refr.
(Hoes)