O klaag niet, meiden, ach en wee,
want mannen wank’len immer,
één voet op ’t land en één in zee,
standvastig zijn zij nimmer.
Spaar dus je tranen, laat hen gaan,
wees opgewekt en blij,
laat klacht en zuchten overslaan
tot heisa-ho-joechei.
Zing dus niet meer in liefdesmart
uw droeve madrigalen,
want vals was steeds het mannenhart,
sinds de eerste nachtegalen.
Spaar dus je tranen, laat hen gaan,
wees opgewekt en blij.
Laat klacht en zuchten overslaan
tot heisa-ho-joechei.