refr.:
Smeer toch op tijd uw kelen door
Maar neem daar beslist geen olie voor
Het zal je nooit gaan spijten
Om soms in een biertje te bijten
Smeer toch op tijd uw kelen door
Maar neem daar geen olie voor
De olieman uit onze straat die meent het niet zo kwaad
De opbrengst van zo'n vat of vier verandert soms in bier
Al is zijn vrouw dan woest, niet te bedaren
Toch blijft hij tegen iedereen verklaren
refr.
De huisbaas heeft nooit geldgebrek hij is een ouwe vrek
Hij gaat daarom maar zelden uit hij klampt zich aan z'n buit
Toch zal 'em dit waarschijnlijk niet veel baten
Waarom krijgt hij dat zelf niet in de gaten
La-la-la-la-la-la-la-la
La-la-la-la-la-la-la-la-la
La-la-la-la-la-la-la
La-la-la-la-la-la-la-la-la-la
La-la-la-la-la-la-la-la
La-la-la-la-la-la-la-la
refr.