Ergens in een klein café in Wien, heb ik haar eens gezien.
Zij was toen maar nauwelijks achttien jaar, ze had blond krullend haar
Ik zei ga je mee en ze zei niet nee, dat is een jaar gelee
Kleine blonde Mariandel, waar ik ook zit of sta of wandel
Ik denk aan haar mijn lieve blonde Weense schat.
Zij is nooit uit mijn gedachten, want ik zal altijd op haar wachten
Mijn hart heeft eerder nooit zo heftig vlam gevat.
Ik ben nu vaak in het mooie Wien
Niet voor de Donau maar, om haar terug te zien
Kleine blonde Mariandel, waar ik ook zit of sta of wandel
Ik blijf haar altijd trouw en eens wordt zij mijn vrouw.
Als ik straks met haar in het Prater loop, komt het uit wat ik hoop
Geef ik aan m’n blonde lieveling, een puur goud gladde ring
Dan is het sprookje waar, worden wij een paar en blijven bij elkaar
Kleine blonde Mariandel, waar ik ook zit of sta of wandel
Ik denk aan haar mijn lieve blonde Weense schat.
Zij is nooit uit mijn gedachten, want ik zal altijd op haar wachten
Mijn hart heeft eerder nooit zo heftig vlam gevat
Ik ben nu vaak in het mooie Wien
Niet voor de Donau maar, om haar terug te zien
Kleine blonde Mariandel, waar ik ook zit of sta of wandel
Ik blijf haar altijd trouw en eens wordt zij mijn vrouw.
Al de klokken van de Stephen’s dom zullen klinken alom
Luiden voor de mooiste bruid in Wien en ook ik heb gezien
Na de trouwpartij is ze echt van mij en blijft ze aan mijn zij
Kleine blonde Mariandel, waar ik ook zit of sta of wandel
Ik denk aan haar mijn lieve blonde Weense schat.
Kleine blonde Mariandel, waar ik ook zit of sta of wandel
Ik blijf haar altijd trouw en eens wordt zij mijn vrouw.