"Me gut", dacht een boer uit Opende
"Het leven is pure ellende"
Want als hij een borreltje dronk in de kroeg
Dan was 't z'n wief, die 'm de kroeg weer uitsloeg
refr.:
He, he, fiedeldomdee Ligt daar te soezen van hatsikidee
He, he, fiedeldomdee
Ligt daar te soezen van hatsikidee
refr.
Een te warme bakker uit Slochter
Die kreeg van z'n vrouw twaalf dochter
En elke keer als hij haar dan weer eens vroeg
Dan greep ze de pook en riep: "Nou is 't genoeg"
refr.(2x)
Een zwerver uit Jips in Boertange
Die zag 't niet langer meer hangen
Maar eens, op een dag, op 't eind van 't jaar
Toen won-ie de Toto, riep: "Nou ben ik klaar"
refr.(2x)
Hatsikidee