Ze zullen thuis waarschijnlijk op me wachten
Mijn liefste zal niet weten waar ik blijf
Ik, die altijd thuis ben om een uur of vijf
En het loopt intussen aardig tegen achten
Ze zullen thuis waarschijnlijk op me wachten
Met de borden op de tafel en de soep op het fornuis
Maar ik bel niet naar huis
Ik bel niet naar huis
De klok, de tijd: het overpunctuele
De openheid, de eerlijkheid, de trouw
Alle dingen die ik gisteren nog wou
Kunnen mij vandaag opeens geen moer meer schelen
De klok, de tijd: het overpunctuele
God, ik gooi het met genoegen nu al urenlang aan gruis
En ik bel niet naar huis
Ik bel niet naar huis
En de reden dat ik alles op het spel zet
En mijn vaste grond verruil voor een moeras
Zit hier bij me, ik zit hier naast me aan mijn tafel
En giet allerlei beloften in mijn glas
Ze zullen thuis waarschijnlijk op me wachten
Mijn liefste zal niet snappen waar ik blijf
Zal niet snappen hoe mijn hart en hoe mijn lijf
Staan te dringen voor een nacht uit duizend nachten
Ze zullen niet-begrijpend op me wachten
Maar ik wacht op zoveel meer: op alle schatten in de kluis
En ik bel niet naar huis
Ik bel niet naar huis
Ik moet, ik zal die ene nacht beleven
Ik moet, ik zal wel zien wat er van komt
Want die hand ligt op de mijne, en verdomd
Verder is het me even alles om het even
Ik moet, ik zal die ene nacht beleven
En verrijzen als een phoenix of vergaan met man en muis
En ik bel niet naar huis
Ik bel niet naar huis
Niet naar huis
Niet naar huis