Vroeger, toen ik klein was, nam me vader me voor 't eerst mee naar de kroeg
De warmte en de blijdschap zeiden mij vanaf dat moment genoeg
In een Amsterdams cafe telt iedereen even veel mee
Of je arm bent of rijk, iedereen heeft z'n sores, dat blijft gelijk
refr.:
Waar kan 't zo gezellig zijn als 's avonds op het Rembrandtsplein in
Mokum
Bij elke kroeg naar binnen gaan, van 't Leidseplein tot de Jordaan in
Mokum
Amsterdam, jouw bruisend hart, zo boordevol van leven
Arm en rijk, blank en zwart, heb jij onderdak gegeven
Heel lang, Amsterdam
Ied're Amsterdammer heeft een stamkroeg op 't hoekje van de straat
Daar zit 'ie met z'n vrienden, het hindert niet waarover wordt gepraat
Het weer of de politiek, Oranje of popmuziek
Hij is in z'n element, bestelt dan ook geheid een rondje voor de hele tent
refr.
Daar is Mokum
Ja, als Mokum