Een kruisje zo klein, aan een ketting gehangen
Gaf moeder haar zoon, toen hij wegging van haar
Ze gaf hem haar zegen, een kus op zijn wangen
Het afscheid was kort, want de boot lag al klaar
Hij had naar dat kruisje zo vaak al gekeken
Het was voor zijn moeder een kostbare schat
Maar toen hij het vroeg was zij toch maar bezweken
Het zou hem een steun zijn op zijn levenspad
"Dat kruisje zo klein, zal ik altijd bewaren"
Sprak hij zacht en hij drukte haar tegen zijn hart
"Dat kruisje zo klein loodst mij door de gevaren
En dat zal mij een troost zijn, bij kommer en smart"
Na enige tijd kwam een heer bij haar bellen
Zijn stem klonk onvast, zijn ontroering was groot
Hij kwam om haar over een ramp te vertellen
Helaas vond haar jongen daarbij ook de dood
Hij bracht bij dat trieste bericht ook een pakje
Want vlak voor zijn dood had haar zoon nog gezegd:
"Toe, stuur toch dit kruisje terug naar m'n moeder
Want zij was daar altijd zo zeer aan gehecht"
"Dat kruisje zo klein, zou hij altijd bewaren"
Sprak zij zacht en zij drukte het tegen haar hart
"Dat kruisje zo klein zal ik nu weer bewaren
En dat zal mij een troost zijn, bij kommer en smart"