Jong en verliefd, geen toekomst en oorlog
Over de brug lijkt niet zo ver
Ze vluchten samen naar de - vrij - heid
De morgen wacht 't geluk is bijna feit
De lucht is blauw - de zon schijnt helder - wat een dag
Hun toekomstbeeld - de droom - want niemand had gedacht
Een geweer wordt scherp geladen
Door kogels zijn ze toen verraden
De zon schijnt helder - wat een dag...
Ze houdt hem vast maar hij is al dood
Over de brug lijkt nu heel ver
Ze schreeuwt het uit maar niemand - hoort - haar
De schutter lacht 't karwei is bijna klaar