Je bent niet mooi, je bent geen knappe vrouw
Je nagels zijn voortdurend in de rouw
Toch wil ik van geen ander weten
Omdat ik zoveel van je hou
Al ben je ook een beetje vreemd van ras
Toch ben ik danig met jou in m'n sas
'k Wil van een ander nooit iets weten
Omdat ik zoveel van je hou
Wat verdriet, mooi ben je niet
Vooral wanneer je kijft
Al ben 'k geen plaat
Schoonheid vergaat
Maar weet de lelijkheid die blijft
Daar moet je maar aan wennen
Al zijn je kleren ook niet van satijn
En doe je niet mee aan de slanke lijn
Toch wil ik van geen ander weten
Omdat ik zoveel van je hou
Al zijn je haren niet gepermanent
En is 't gebruik van zeep je onbekend
Toch zou ik jou niet willen ruilen
Voor zo een maag're modeprent
Al heb j' een ongeschoren apesnoet
Waar j' als fatsoenlijk mens aan wennen moet
Ik wil je met geen ander ruilen
Omdat ik zoveel van je hou
Lief en leed, zoals je weet
Tesamen deelden wij
't Lief o vrouw
Dat was voor jou
En al het leed dat was voor mij
Dat heb je toch geweten
Maar al liet jij me dikwijls in de kou
Al sloeg je mij ook dikwijls bont en blauw
Toch kan slechts maag're Hein ons scheiden
Omdat ik zoveel van je hou