refr.:
Kom over de brug, kom over de brug
Nu eens niet van dat benauwde
Kom over de brug
Niet met nemen maar met geven
Komt vreugde in je leven
Toe maar kom over de brug
Een vrouw sprak tot haar man kom mee wat wandelen in de stad
Je hebt de laatste tijd niet teveel frisse lucht gehad
Na vijf minuten lopen zijn ze een winkel ingegaan
En na een uurtje passen sprak het vrouwtje heel voldaan
refr.
De avond voor de zondag is de buurt bijeen geschaard
De vrouwen gaan aan het roddelen, door de mannen wordt gekaart
En telkens als door een van hen de pot gewonnen heeft
Dan zingt het hele span totdat hij braaf een rondje geeft
refr.
Mijn vriend zat met een meisje op een bank in het plantsoen
Het meisje bleef maar praten en hij snapte na een zoen
Hij dacht als ik niet ingrijp gaat ze zo tot morgen door
Hij schoof wat dichterbij en zei heel zachtjes in haar oor
refr.(2x)
Toe maar kom over de brug