Je breekt je nek over een scheerlijn van de tent
Waartegen je aan hebt staan te piesen
Je knalt op je luchtbed en dat lijkt wel te zweven
Een vliegend tapijt in een diepe vrije val
Je hoort je broer naast je in zijn slaapcabine
Liggen te klussen met dat gekke Duitse wijf
Waar jij een dag of drie, vier geleden
Ook nog een nacht wat mee hebt gehad
Daarna was je haar goed zat
refr.:
En je droomt dat je vaart in een boot op het water
En de vrouw van je dromen vaart met je mee
En je droomt van een dochter
En je droomt van een zoon
Je droomt gewoon, je droomt gewoon
Een halve liter cola met twee aspirientjes
Eieren bakken en nog even terug naar bed
Tot je tent staat te branden, het zweet op je lijf staat
Een angstdroom, die waar blijkt te zijn
Drie biertjes later naast iets moois op het strand
Begin je te leven en je neemt er nog een
Die meid is er rijp voor en jij bent er klaar voor
Vannacht slaap jij mooi niet alleen
refr.
Jij spuugt straks voorzichtig de pitjes op haar rug
Van een stuk watermeloen
En als ze dan zogenaamd boos naar je kijkt
Geef je haar een dikke-lippen-luchtzoen
Dat moet zijn werk wel weer doen
refr.