refr.:
Een zwerver is ook maar een mens als zo velen
En niemand kijkt naar die man om in de goot
Wat kan er de mensen zo'n arme sloeber schelen
De straat is zijn leven, en daar vindt hij zijn brood
Hij woonde in een steegje van de oude binnenstad
En niemand kwam ooit vragen of hij iets nodig had
Al was er ook de liefde, geen taal die hij verstond
Hij voelde zich verbonden met zijn oude trouwe hond
refr.
Geen vrouw kwam in zijn leven of deelde ooit zijn bed
Hij was door alle mensen reeds allang aan kant gezet
Zo werd hij op een morgen gevonden in de goot
De hond lag bij zijn baasje en beide waren dood
Wat kan er de mensen zo'n arme sloeber schelen
De straat was zijn leven, en daar vond hij zijn brood
De straat was zijn leven, en daar vond hij zijn dood