Bij een bloemenkraam, stond een heel klein kereltje
Stil te dromen in zijn eigen wereldje
Hij dacht aan zijn mammie, zijn pappie en zijn zusje
Wat kwam er van zijn mooie dromen nu nog uit
Bij een bloemenkraam, stond dat klein kereltje
Zijn oogjes moe en in allebei een traan
Zijn hartje is verscheurd door hetgeen hij heeft gehoord
Zijn onbezorgde leventje is wreed, heel wreed verstoord
Zijn pappie en mammie, zij willen gaan scheiden
Maar denken zij dan alleen maar aan hen beiden
Waarom blijven zij niet gewoon bij elkaar
Zoals opa en oma, ach wist hij het maar
Bij een bloemenkraam, stond een heel klein kereltje
Stil te dromen in zijn eigen wereldje
Hij dacht aan zijn mammie, zijn pappie en zijn zusje
Wat kwam er van zijn mooie dromen nu nog uit
Bij een bloemenkraam, stond dat klein kereltje
Zijn oogjes moe en in allebei een traan
Zijn hoofdje ging omhoog en hij zag zijn vriendje staan
Hij stapte naar hem toe en keek hem treurig aan
Want ook zijn vriendje had z'n pappie verloren
De dood sloeg toe en kwam hun geluk verstoren
Verdriet is zo groot want afscheid nemen doet zo'n pijn
Zij begrijpen het niet, ze zijn nog te klein
Bij een bloemenkraam, stond een heel klein kereltje
Stil te dromen in zijn eigen wereldje
Hij dacht aan zijn mammie, zijn pappie en zijn zusje
Wat kwam er van zijn mooie dromen nu nog uit
Bij een bloemenkraam, stond dat klein kereltje
Zijn oogjes moe en in allebei een traan