Hans had een oude fiets, dat mocht de pret niet drukken
aan auto's had je niets, ja stank en ongelukken.
Hij wou zijn status niet, met een stuk blik verspillen.
Nee liever een goed lied, bijvoorbeeld van Bob Dylan.
Hij had een mening in een kroeg, de wereld die hij gade sloeg
dat was voor hem meer dan genoeg,
aan luxe had ie lak,
gekleed in zo'n met buttons vol, versleten spijkerpak
Maar toch kocht Hans een eend, daar ze in de mode waren
het geld had ie geleend, dat ging vlugger dan sparen
De meiden keken op, toen ze hem rijden zagen
en ergens in zijn kop, begon toen wat te dagen
Hij dacht als ik de kroeg negeer en toch nog even afstudeer
dan rij ik straks een kar met leer
en in de vuilnisbak
verdwenen al zijn buttons en 't versleten spijkerpak
Hans had succes en rijdt, een mooie limousine,
ontdekte net op tijd, het belang van geld verdienen.
Zo'n dure kar die kan, je status goed weerkaatsen,
ook moet een zakenman, zich snel kunnen verplaatsen.
Een onderweg naar een vennoot, de tijd was kort de haast was groot, reed Hans een stomme fietser dood,
die zomaar overstak,
een knaap in zo'n buttons vol en een versleten spijkerpak