Jan zocht een meisje naar zijn zin maar slaagde er maar steeds niet in
Toen las men weldra in de krant: gezocht een meisje van goede stand
Ze hoeft niet mooi te zijn of slank, maar ook niet mager als een plank
Als zij maar lekker koken kan, dan word ik heel graag haar man
refr.:
Ik zoek een meisje, wie durft het met mij aan
Om met zo'n flinke man als ik naar het stadhuis te gaan
Een kinderhandje neem ik als bruidsschat mee
Nu nog een lieve vrouw, dan is de zaak o.k.'
Jan kreeg toen brieven per dozijn van lieve meisjes groot en klein
Ze stuurden er ook foto's bij, dat maakte Jan geheel niet blij
Hij wist niet wie hij kiezen zou, wie moest er worden nu zijn vrouw
Hij sliep geen nacht, hij had het niet meer, maar las in de krant steeds
weer
refr.
Zij meldden zich persoonlijk aan, misschien zou dat wat beter gaan
Geverfd, gebleekt, zo kwamen zij, ook blond en zwart was er veel bij
Toen Jan naar al die meisjes keek geraakte hij geheel van streek
Ik zoek een vrouw, zo schreeuwde hij, en zeker geen schilderij
refr.