't Was winteravond en zo guur toen ik naar huis toe liep
Uit een cafeetje klonk muziek die mij naar binnen riep
Ik had geen haast, ik had het koud en zocht vertier
Daar zaten mannen met bruine ogen en met gitzwart haar
En uit de jukebox klonk muziek, heel vreemd, een soort gitaar
Toen zei een man die mij zag staan: wees welkom hier
refr.:
Drink rode wijn, dan vergeet je al je zorgen
Drink rode wijn, want dan denk je niet aan morgen
Doe net als ik want de eenzaamheid kan vreeslijk zijn, mijn hart doet
pijn
Drink rode wijn, als je wilt dan kun je blijven
Drink rode wijn om de heimwee te verdrijven
Zo ver van huis in een vreemde wereld koud als steen
En ze vertelden me van hun blauwe meren en muziek
Van oude huizen, groene heuvels, vol van romantiek
En van hun vrouw die men zo mist en zo bemint
Want ze gaan werken ver van huis en hun geboorteland
Al hun spaargeld gaat naar huis, naar 't land van zee en strand
Hier ver vandaan daar is hun thuis, hun vrouw en kind
refr.