Lieve Lien, je zult wel denken waar of deze brief toch bleef
Ja, 't is waar, 't is lang geleden sinds ik jou voor 't laatste schreef
Stel je voor Lien, wat verrukk'lijk, wat een knusse zaligheid
W' hebben hier sinds 1 augustus dol leuk inkwartieringstijd
J' had ze moeten zien marcheren, onze troepen door de straat
't Is of ieder meisjeshart en elk raam wijd open gaat
Dat geschitter en geflikker, dat gekletter en geblink
Sabels, ransels, bajonetten, o wat is ons leger flink
Ma keek door de suiteramen, Pa door 't raam van zijn kantoor
Ik wou door 't portaalraam kijken, maar daar stond Marie al voor
Kee de meid zat in de dakgoot, voor het kelderraam zat Jet
Toen bleef mij nog maar een raampje - maar dat was - helaas bezet
Ik ben dol op militairen, 'k ben een eindje meegegaan
Naar gelang z' er meer van weten, kleden ze zich mooier aan
Zo'n gewoon keukensoldaatje vin 'k niet leuk, die is banaal
Loopt er 'n grote grove streep door - z'n mouw - dan is 't een korporaal
Als die gele strepen goud zijn, dan is 't een sergeantje, hoor
Als die gouden eens zo groot zijn, dat heet het sergeant-majoor
Dan een met zo'n blikken plaatje, dat heet vaandrig of cornet
Iets te klein voor tafellaken, en te groot voor een servet
Dan kom j' in de sterrenhemel, dan komt eindelijk je dat
't Is de trots van 't hele leger, decoratief van dorp en stad
Lange sabels, haakse snorren, oog van staal voor 't heil van 't land
't Is en blijft de ware pisang: 't sterrenbeeld: De Luitenant
Sterretjes lachen je tegen op een hoge stijve kraag
Zo een heeft een boel te zeggen, 'n goed figuur en 'n goeie maag
Och, ze zijn zo edelmoedig, 'n hart van goud en groot gewis
Pa zegt dat zo'n luit'nantshart vaak groter dan 'n kazerne is
Drie sterren, dat is weer hoger, dan heet het een Kapitein
En dan komen gouden kragen, 't weet niet hoe die namen zijn
Och, die vin 'k ook niet zo leuk meer, ook al zijn die kragen goud
Als ze te veel sterren hebben, zijn ze soms zelfs al getrouwd
'k Heb er hier ook een zien lopen met een wieltje op zijn jas
Pa zei dat dat er nou eentje van de tuf-ofcieren was
Met hun mooie groene kragen zijn die lui beroemd, berucht
'k Zou nooit met ze willen trouwen, jasses, die benzinelucht
Dan de militaire dokter, waar 'n soldaat zo veel van houdt
Die heeft 'n kraag met een paar slangen, klimmend in een eindje hout
Hij helpt ze van elke kwaal af en geneest ze vlug en net
Zelden geeft hij ze kwartierziek - meestal geeft hij z' een tablet
Onze luit is 'n knappe jongen met een scheiding in zijn haar
Meestal rookt hij sigaretten, maar soms ook wel een sigaar
Ma zegt dat hij een corset draagt, maar och Lien, dat g'loof ik niet
Soms kijkt hij me in mijn ogen... nee hoor, meer vertel 'k nog niet
Hij heeft g'zegd, dat ik gezegd had, dat jij g'zegd hebt dat ik zei
Toen ik zei wat jij gezegd hebt, wat jij zei zei hij van mij
'k Heb gezegd ik zal niet zeggen wat jij zei of hebt gezegd
Maar ik zeg ik zal je zeggen, 'k heb 't hem lekker toch gezegd
Vaak heeft hij zo'n lange cape om, dat hoort ook nog bij zijn rang
Maar mij dunkt om g'armd te lopen, is zo'n ding toch wel wat lang
Hij heeft 't grijsgroen uniform aan met die plat vergulde knoop
Toen hij kwam riep kleine Jantje: "Kijk, 'n portier van de bioscoop"
Nou zeg Lien, ik schei er uit hoor, 'k ga eens kijken of 'k hem zie
Vier uur is zijn dienst geeindigd en 't is nou al kwart voor drie
Kom maar gauw bij ons logeren, 'k hoop de oorlog duurt nog 'n poos
Als 'k verloofd ben zal 'k je schrijven - mondje dicht - daaaaag - je Toos