De mensen lopen mij voorbij
Nu laat ik hen nog met rust
Maar eens komt de dag
En dan maak ik hen bewust
Ik heb toevallig alles door
Ik zoek er alleen nog de juiste woorden voor
Woorden als fruitpers
Baksteen en omnivoor
Vrouwen
Ik ken er wel een paar
Maar die maken alleen mijn eten klaar
De juiste woorden schieten mij te binnen
Wat zal de wereld over honderd jaar
Zonder mij beginnen?
Kinderen
Ik neem ze graag
Met een overhandschoen bij de kraag
Of aai ze zachtjes met een cirkelzaag
En dan lachen ze vriendelijk
Weet je?
En dan kwijl ik altijd een beetje
Ja
Zo ben ik nu eenmaal
Zelfs tweemaal
Zelfs driemaal
Ach
Iedereen zal weten wie ik was
Ook de bloemen
De vogels en het gras
Allen zullen eerbiedig knielen
Als ik ooit passeren moet
In een zwarte Plymouth
Op vier wielen
Oud
Wit
Stijf en
Koud