Toen vader des avonds het avondblad las
Toen barstte hij los met een buld'rende bas
" 't Is allemaal narigheid, al wat je leest
De duivel die viert er zijn feest
De suiker is op, er is olie te kort
De prijzen gaan hoger en wat het nog wordt
Dat 'doe maar gewoon, nou dan gaat het gewoon'
Dat klinkt me gewoon als een hoon!"
refr.:
Alida, o Alida
Zaten we nou maar in Afrika
Tussen de kaffers, daar is het zo fijn
J'hoeft er niet bang voor een brandbom te zijn
Alida, o Alida
Zaten we nou maar in Afrika
Want de beschaving, die wordt me te dol
Daar heb ik mijn buik nou van vol
Zo buldert-ie verder tot moeder de vrouw
"Het is me een snertzooi, die wereld van nou
Drie neutrale schepen de grond ingeboord
En duizenden mensen vermoord
Ze kletsen van vrede, beschaving en zo
Maar je krijgt ze van mij op de boter cadeau
Geef mij maar de kaffers, al rieken ze iets
Van brandbommen weten ze niets!"
refr.
Ik heb nou genoeg van die mooie cultuur
't Is daar heerlijk leven in zuiv're natuur
Daar geen distributie of brood op de bon
Maar ook geen luchtafweerkanon
Als 'n kaffer hier eens een beschaafd mens kon zien
Met 'n gasmasker op, kreeg-ie 'n b'roerte misschien
Dan vroeg-ie wellicht: "Komt dat mens uit de buurt
Vanwaar men beschaving ons stuurt?"
refr.