Iedereen blijft achter, ze zen softer dan wasverzachter,
Komt nie zage want den deze is de verkrachter van weduwe en weze,
ik hem als het ware het handboek van den schlimmen mens geleze,
Zo onmetelijk groot lek cosmos en een klos zo groot as ne zak patate.
Meiskes ligge spontaan mé hun slipkes te smaate,
da zijn de feite als ek me begeef onder de massa.
Effe een lieke rappe en derna kassa, kassa,
Ze vrage zich af wa was da, wa was da,
Zo'ne goeie hemme ze nog nie gehad,
Ik speel zelfs ne zaal mé olifante plat,
En geen kat die aan mij kan tippe,
Bij mijn blijde intredes beginne ze spontaan te flippe,
Hei oe lief me gezien loopt oe relatie op de klippe.
Pas op ik beschouw men eige nie als een ster,
maar als een supernova ergens heel ver in't heelal,
ik bespeel het volk lek den Dolf en da's nog nie al!
Ik zen de felste hoogvlieger van't westelijk halfrond,
en gij ne concorde dus ge blijft aan de grond,
Shot tege balle beter dan de eerste van de eerste ploeg,
Geef 18 bisnummers en da's nog nie genoeg,
en ge krijgt wagge vroeg, ikke godverdikke,
Neffe mij is superman/ een superjan/
Ik wuif oe weg lek mé spic en span,
zonder vege, niemand is opgewasse tege
ne krak als ik, de schrik, de nachtmerrie,
Ge raakt in shock en ze moete oe afvoere op een draagberrie,
Zonder al te veel herrie freet ik oe op als kip mè ke