Ik krijg nooit genoeg van snoep
'k Heb altijd mijn zakken vol
Lekker alles zelf opvreten
Niks is mij te dol
En vraag je mij een snoepje
Dan word ik vreselijk kwaad
Wat denk je wel, jij hebberd
Het gaat me nu vervelen
Jij mag enkel met mij spelen
Als je dat gevraag maar laat
refr.:
Ik ben dol op hebben, hebben, hebben
Alles voor me eigen inpikken
'k Heb de pest aan eerlijk alles delen
Ikke ikke ikke en de rest kan stikken
Speelgoed heb ik veel te veel
't Kan niet eens meer in mijn kast
Ik speel misschien maar met de helft
De rest bezorgt me last
Mijn moeder wil het geven
Aan kinderen zonder geld
Wat denkt ze wel:
Iets geven van wat ik zelf heb gekregen
Nee, daar kan ik nou echt niet tegen
En dat heb ik d'r mooi verteld
refr.
Soms heb ik een gulle bui
Waarin ik graag iets over laat voor jou
Ik ben niet kinderachtig
Als 't om geven gaat
Mijn spruitjes mag je eten
Hier heb je m'n bordje pap
Jij mag mijn boodschap doen
En mijn strafwerk mag je houwen
Ook krijg jij van mij wat douwen
En ik geef je graag een klap
refr.
D'r is maar weinig wat ik missen kan
O, ik krijg er soms iets van!
refr.
Ik zeg het nog een keer:
Krijg allemaal het heen en weer!
refr.