Je woont al heel je leven lang dicht bij de havenKent de verhalen van overzee
Die heb je van matrozen die vaak bij je kwamen
Van aan de haven, nam je hen mee
Er waren er zelfs bij die jou cadeautjes gaven
Die ze bewaarden, een maand of twee
Ze mochten dan in ruil een nachtje bij je slapen
En bij 't ontwaken zong je toen mee
Jij bent een schat, kleine Marie, Marie het blondje
Je hebt een mondje dat ik graag zoen
Jij bent een schat, kleine Marie, Marie-Joconde
Jouw kleine mondje is als een bloem
Maar op een dag had je genoeg van al de woorden
Van die matrozen van overzee
Je werd verliefd op één van hen die trouw beloofde
En daarenboven een luchtkasteel
Maar hij ging weg en jij bleef achter bij de haven
En op je kamer was je alleen
Je ging terug en op een avond aan de kade
Klonk weer dat liedje en je zong mee
Jij bent een schat, kleine Marie, Marie het blondje
Je hebt een mondje dat ik graag zoen
Jij bent een schat, kleine Marie, Marie-Joconde
Jouw kleine mondje is als een bloem
Lalalalai...
Jij bent een schat, kleine Marie, Marie het blondje
Jouw kleine mondje is als een bloem