Leg een schelp tegen je oor en
Als je stil bent, kan je horen
Diep daar binnen ruist de zee
De zee die eeuwig zingt
En die als je heel goed luistert
Zo veelbelovend fluistert
En de golven springen op
Als witte paarden in de branding
En rollen voor je voeten
In kristallen waaiers uit
En de golven laten allemaal
Hun schelpen zachtjes vallen
Met een rinkelend geluid
O, de zee belooft je reizen
Naar de verre paradijzen
In de blauwe oceaan
Maar veel van wat de zee belooft, blijkt even later
Geschreven met zout water
(En de wind veegt het weer uit)
Maar ergens ligt het eiland
Waar de meisjes 's avonds dansen
En de snoeren witte schelpen
Op hun warme bruine huid
Hoor je als ze dansend draaien
Zachtjes om hun heupen zwaaien
Met een rinkelend geluid
Maar veel van wat de zee
Belooft, blijkt even later
Geschreven met zout water
(En de wind veegt het weer uit)
(Lennaert Nijgh/Peter Schon)