refr.:
In 't land waar het leven goed is, rolt nog ene keer 't geld
Totdat de markt is ingestort, met donderend geweld
Dit lustige volk, die gulle maatschappij
Dat zonnige land is van jou en mij
Kijk toch eens aan
Hoe gans de natie, welgemoed
Zich naar de winkel spoed
Ongegeneerd wordt er nu pot verteert
't Lijkt, even maar, een taak voor hoge wekker
Weg is hij al, een vondst waar men bij frites
Nog fijn van nageniet
Nog een keer uit, en weer een rijk bedrijf sluit
refr.
Zie toch hoe mooi in ieder oog het heilig vuur
Van 't kopersavontuur
't Gaat om 't spul, de rest is flauwekul
Al dat geklaag, van: morgen werkeloosheid
't Is nu vandaag, en morgen komt per slot voor ons
Niet eens aan bod
Wij zijn niet bang en na ons maar de ondergang
refr.