Je ruilde je huis in de zon
Voor een krot in de steeg aan de rand van de stad
Je zag het niet meer zitten in dat godvergeten gat
Je wou persé alleen gaan leven
Liet je broer en je zussen zo maar achter je aan
Je ziet het alweer niet meer zitten
En je wil hier weer vandaan
Dus kom ik met je praten
Net een mislukte psycholoog
Van een generatie ouder
Zo'n knul die alles overwoog
Met een air van 'kom m'n kind'
Ik neem je gauw weer mee naar zee
Terwijl kauw ik wat knakkebrood en jij zet rozebottelthee
Je praat maar over alles en nog wat
Ik kijk naar je lippen maar 'k hoor niet wat je zegt
Je hebt je langzaam zachtjes huilend
Op de sofa neergelegd
Je handen voor je gelaat
Er volgt een zoete stilte,je weet wat komen gaat
Je durft me niet meer aan te kijken
En je laat je ondergaan
Nanana...
Je lippen kleven op elkaar
Je huis draagt de geur van de zee
Je mond is droog van knakkebrood, je drinkt wat rozebottelthee
De stilte blijft nog wel even aan
Maar dichter bij mij ben je nu minder bang
Ik moet je dit bekennen
'k Heb hier zeer naar verlangd
Naar dat warm gevoel vanbinnen
Het samen te beleven met jou
Op de transistor vaag Verminnen
Buiten voetstappen in de kou
We roken allebei nog die ene sigaret
Je blaast haastig de as uit de pels
Van de jas die ons bedekt
We blijven tot het donker wordt
Dan gaan we weg uit de cité
Op tafel staat nog knakkebrood en koude rozebottelthee
Nanana...
© Copyright Devalck